Stichting Depositofonds GUV
Banknummer: NL16 INGB 0675 8106 63
Het storten van een geldsom in het depositofonds
De Stichting Depositofonds GUV kan van belang zijn voor personen die niet of te laag verzekerd zijn voor de kosten van een uitvaart. Een deposito is een geldsom, die u ineens of in termijnen stort in het Depositofonds. Het door u overgemaakte bedrag is bestemd om te zijner tijd de kosten van de uitvaart geheel of gedeeltelijk te dekken.
Een storting in het depositofonds is in feite een vooruitbetaling van de kosten voor een uitvaart. U bent vrij om te storten in het depositofonds wanneer u wilt (minimaal vijftig euro). Hoogte en tijdstip van de storting(en) kunt u dus gunstig afstemmen op uw inkomenssituatie. U kunt de storting op bovengenoemd banknummer overmaken o.v.v. uw naam, adresgegevens en geboortedatum (zie Depositorekening openen).
​
De Stichting Depositofonds geeft jaarlijks een rentebijschrijving over het gestorte totaalbedrag. Met deze rentebijschrijving kunnen prijsstijgingen (deels) opgevangen worden.
Wij zijn verheugd u te kunnen melden dat het weer mogelijk is rente toe te kennen. Het rentepercentage over 2025 is vastgesteld op 3,5%.
​
Het kapitaal van de Stichting Depositofonds wordt belegd in staatsobligaties, bankdeposito’s, gerenommeerde veilige beleggingsinstellingen en leningen gedekt door hypotheekrechten.
​
​
Reglement
Artikel 1. Stortingen bij het depositofonds worden geaccepteerd van personen die gerechtigd zijn stortingen te doen.
Artikel 2. De stortingen, hetzij ineens, hetzij periodiek, dienen plaats te vinden in bedragen van ten minste 50 euro, behoudens eventueel bijgeschreven rente.
Artikel 3. De stortingen zijn bedoeld ter gehele of gedeeltelijke bestrijding van de kosten verbonden aan een te verzorgen uitvaart ter begrafenis of crematie.
Artikel 4. Indien het tegoed meer bedraagt dan de kosten van de uitvaart, wordt wat overblijft aan de erfgenamen van de overledene terugbetaald. Indien voor het terug te betalen bedrag bij de inleg of de bijschrijving van de rente fiscale aftrek is genoten, vindt terugbetaling eerst plaats nadat werd gehandeld conform artikel 12 sub b.
Artikel 5. Indien het tegoed minder bedraagt dan de kosten van de uitvaart, dient het verschil door de opdrachtgever van de uitvaart te worden bijbetaald.
Artikel 6. Aan het tegoed wordt jaarlijks per eenendertig december een rente toegevoegd, berekend naar een percentage, dat elk jaar door het bestuur wordt vastgesteld en dat gebaseerd is op het in enig jaar te verwachten rendement op de beleggingen na aftrek van de geschatte kosten.
Artikel 7. Voor zover de toegevoegde rentebedragen niet uiterlijk drie maanden na afloop van het boekjaar schriftelijk zijn opgevraagd, worden zij tot de stortingen gerekend.
Artikel 8. Stortingen worden gedaan door overschrijving op de bankrekening van het depositofonds.
Artikel 9. Na afloop van ieder boekjaar, dat loopt van een januari tot en met eenendertig december, zal aan degenen die hebben gestort (de deposanten) zo spoedig mogelijk opgave worden gedaan van het totaal der gestorte gelden, verhoogd met de tot het einde van het afgelopen verslagjaar gekweekte rente.
Artikel 10. Deposanten die menen dat de aan hen, krachtens artikel 9 gedane opgave niet juist is, dienen hun bezwaar mede te delen aan de accountant van het depositofonds.
Artikel 11. De ontvangen gelden worden zo spoedig mogelijk rentegevend belegd.
Artikel 12. Terugbetaling van gestorte gelden.
a. Een verzoek tot terugbetaling van het opgebouwde tegoed zonder dat het tegoed wordt of werd aangewend tot betaling van de kosten van een uitvaart kan slechts schriftelijk aan het bestuur worden gedaan. Indien het bestuur dit verzoek honoreert, vindt - met inachtneming van het gestelde in sub b. van dit artikel - uitbetaling plaats één jaar na ontvangst van het verzoek.
b. Indien uit de administratie van de stichting blijkt dat ter zake van de inleg of toegevoegde rente fiscale aftrek is genoten, geschiedt terugbetaling slechts nadat het bestuur van de stichting melding heeft gemaakt van de voorgenomen terugbetaling bij de bevoegde inspecteur der directe belastingen.
Artikel 13. In alle gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
​
Financiële voorzorg bij een uitvaart, dit mogelijk maken is Zorg van mens tot mens.
​